Summary
Results of pollination trials, carried out between 1908 and 1963 in The Netherlands and adjacent parts of Belgium, were compiled to detect groups of inter-incompatible cherry varieties.
In sweet cherry (Prunus avium L.) there appeared to be at least six groups of inter-incompatible varieties; in sour cherry (P. cerasus L.) only one group of inter-incompatible varieties was found. Moreover two groups of inter-compatible sour and hybrid cherries (P. avium x P. cerasus) were encountered.
A weak relation was found between fruit set of a variety and the capacity of its pollen to induce fruit set.
Samenvatting
Met het doel groepen van inter-incompatibele kerserassen op te sporen werden de resultaten van de bestuivingsproeven bijeen gebracht, welke tussen 1908 en 1963 in Nederland en aangrenzend België werden gedaan.
Bij zoete kers (P. avium) bleken tenminste 6 groepen van inter-incompatibele rassen voor te komen; bij zure kers (P. cerasus) werd één groep van inter-incompatibele rassen gevonden. Ook bleken twee groepen van inter-compatibele zure en bastaardkersen (P. avium x P. cerasus) te bestaan.
Er werd een zwakke relatie gevonden tussen de vruchtbezetting van een ras en het vermogen van zijn stuifmeel om vruchtzetting te induceren.
Similar content being viewed by others
References
Anonymous, 1914. De onvruchtbaarheid bij de kersen in Zuid Limburg. Maandbl. Ned. Pom. Ver. 4: 130–133.
Anonymous, 1933–1967. 1st to 13th Rassenlijst voor fruitgewassen. (Instituut voor de Veredeling van Tuinbouwgewassen).
Anonymous, 1938. Lijst van vruchtboomvariëteiten. (Provinciale commissie der veilingen in Gelderland, Overijsel, Utrecht).
Anonymous, 1946. Rassenlijst voor Rijn en Waal. (Nederlandse Fruittelers Organisatie).
Anonymous, 1947. De Wijnkers. Fruitteelt 37, 24: 186.
Anonymous, 1948. Eerste Betuwse rassenlijst voor fruit. (Nederlandse Fruittelers Organisatie).
Anonymous, 1950. Bestuivers voor de Wijnkers. Betuws Tuinb. blad 8, 10: 2.
Bos J., 1947. Windbestuiving; bestuiving Meikers, Wijnkers. Betuws Tuinb. blad 5, 9: 1.
Cambra M., 1962. Determinación de variedades polinizadoras del cerezo ‘Garrafal Napolsón’ (G. de Monzón). An. Est. Exp. Aula Dei 7, 1–2: 93–98.
Cauwenberghe, E. van, 1945. De Kersen. Brussel. 300 pp.
Crane M. B., and Lawrence W. J. C., 1929. Genetical and cytological aspects of incompatibility and sterility in cultivated fruits. J. Pom. Hort. Sci. 7: 276–301.
Doortjes J. A., 1941. Bestuivingsproeven. Fruitteelt 31, 12: 296.
Van Eyden J. F. H., 1957. Morellenteelt nog te weinig bekend. Fruitwereld 2, 30: 8–9.
Gerritsen J. D., 1944. De teelt van kersen. Meded. Tuinb. Voorl. dienst 38: 56–57.
Gerritsen, J. D., 1946. Bestuiving en bevruchting in de fruitteelt. Zwolle. 44 pp.
Gerritsen J. D., 1947. Bestuiving en stuifmeel onderzoek bij fruitrassen. Fruitteelt 37, 12: 90–91.
Giessen P.van der, 1949. De bestuiving van de Wijnkers. Betuws Tuinb. blad 7, 11: 1.
Giessen P.van der, 1950. Bestuivers voor de Wijnkers. Betuws Tuinb. blad 8, 19: 2–3.
Goethals M. C., 1913. Verslag van de onderzoekingen in 1913 verricht over bestuiving en vruchtbaarheid van ooftbomen. Maandbl. Ned. Pom. Ver. 3: 386–397.
Goethals M. C., 1914. Zelfsteriliteit bij kersen. Maandblad. Ned. Pom. Ver. 4: 18–19.
Jungerius, N., 1934. Samenvattend overzicht van de bestaande opvattingen omtrent de oorzaken van onvoldoende vruchtzetting bij vruchtbomen. Meded. Lab. Tuinb. Plantenteelt 22.
Kobel, F., 1954. Lehrbuch des Obstbaues. 2nd. edit. Berlin. 348 pp.
Ledeboer M. S. J., en Krijthe E., 1939. Stuifmeelonderzoek bij vruchtbomen. Meded. Tuinb. voorl. dienst 15: 1–23.
Oijen-Goethals M. C.van, 1915. Bestuivingsproeven met Meikers in het voorjaar 1915. Maandbl. Ned. Pom. Ver. 5: 4–6.
Oijen-Goethals M. C.van, 1917. Verslag der bestuivingsproeven over 1916. Maandbl. Ned. Pom. Ver. 7: 164–170.
Pinkhof M., 1914. Verslag omtrent de in 1914 genomen proeven over bestuiving en vruchtbaarheid van ooftbomen. Maandbl. Ned. Pom. Ver. 4: 230–242.
Rietsema, I., 1928. Beschrijving en rangschikking van in Nederland voorkomende kersevormen. Doctor's Thesis Landb. Hogeschool, Wageningen. 241 pp.
Rietsema I., 1932. Bestuivingsproeven bij pruimen en kersen. Fruitteelt 22: 197–201.
Rietsema I., 1934. Bestuivingsproeven op pruimen en kersen in 1933. Fruitteelt 24: 128–131.
Rietsema I., 1935. Bestuivingsproeven 1934. Fruitteelt 25: 83–84.
Sprenger, A. M., 1910. De onvruchtbaarheid der kersen in Zuid Limburg. Maastricht. 31 pp.
Sprenger A. M., 1913. Proeven tot opsporing van de onvruchtbaarheid der kersen in Zuid Limburg. Verslag Meded. Dir. Landbouw 1: 64–76.
Sprenger A. M., en Zweede A. K., 1927. Zelfsteriliteit en kruisbestuiving van enige kersensoorten in Zeeland. Landb. Tijdschrift 39: 350–361.
Sprenger A. M., en Zweede A. K., 1928. Zelfsteriliteit en kruisbestuiving van enige kersensoorten in Zeeland. Landb. Tijdschrift 40: 737–741.
Stösser R., 1966a. Befruchtungsbiologische Untersuchungen bei Süsskirschen. Erw. Obstb. 8, 211–214.
Stösser, R., 1966b. Befruchtungsbiologische und embryologische Untersuchungen bei der Süsskirsche (Prunus avium L.) Arb. Landw. Hochs. Hohenheim. Bnd. 37. 112 p.
Author information
Authors and Affiliations
Rights and permissions
About this article
Cite this article
De Vries, D.P. Compatibility of cherries in the Netherlands. Euphytica 17, 207–215 (1968). https://doi.org/10.1007/BF00021212
Received:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF00021212