Abstract
A destructive leaf spot disease was found onNymphaea alba in the lakes near Kortenhoef, Netherlands. After comparison of fresh material and herbarium specimens the causal agent is namedColletotrichum nymphaeae (Pass.) van der Aa, comb. nov. Synonymy, morphology and cultural characters of the fungus are described and discussed. Some remarks on the relationship with several host plants are given and the provisional conclusion is that the species is a widespread parasite, but that the destructive attack in the Kortenhoef region is probably caused by a combination of various factors.
Samenvatting
Gedurende de zomermaanden van 1977 werd in het Kortenhoefse plassengebied een ziekte geconstateerd bij de Witte waterlelie. Vanaf het moment dat de symptomen zichtbaar waren kon uit de bladeren een schimmel worden geïsoleerd, die in een later stadium ook op de bladvlekken fructificeerde. De betrokken schimmel bleek een reeds lang bekende parasiet te zijn die onder verschillende namen beschreven was. Uit dit onderzoek is gebleken dat de schimmel thuishoort in het geslachtColletotrichum, hetgeen resulteerde in de nieuwe combinatieColletotrichum nymphaeae trichum, hetgeen resulteerde in de nieuwe combinatieColletotrichum nymphaeae (Pass.) van der Aa. Een beschrijving van de schimmel op de plant en in reincultuur wordt gegeven, waarbij tevens aandacht is besteed aan de conidiënkieming.
Hoewel deze studie op de eerste plaats een taxonomische en beschrijvende wil zijn, worden nog enkele opmerkingen gemaakt over de ziekte als zodanig. De voorlopige conclusie wordt getrokken dat de schimmel weliswaar een mogelijk tot deze waardplantfamilie beperkte parasiet is, maar dat het ernstige schadebeeld dat zich bij Kortenhoef voordeed waarschijnlijk het gevolg is van een combinatie van factoren, waarbij de eerste factor, mogelijk een insekt, niet bekend is.
Similar content being viewed by others
References
Allescher, A., 1899. In: Rabenhorsts Kryptogamenflora: Die Pilze Deutschlands, Österreichs und der Schweiz, Abt. 6, Fungi imperfecti: hyalin-sporige Sphaerioideen. Liefg. 64–69: 321–704.
Arx, J. A. von 1957. Revision der zu Gloeosporium gestellten Pilze. Verh. K. ned. Akad. Wet. Afd. Natuurk., Reeks 2, 61 (3): 1–153.
Arx, J. A. von 1970. A revision of the fungi classified asGloeosporium. Bibliotheca Mycologica 24: 203 pp., Lehre.
Bubák, F. & Kabát, J. E., 1912. Mykologische Beiträge IV. Hedwigia 52: 340–363.
Diedicke, H., 1915. Pilze VII, Sphaeropsideae, Melanconieae. KryptFl. Mark Brandenburg 9: 962 pp.
Grove, W. B., 1935. British stem-and leaf-fungi (Coelomycetes). 1: 488 pp. Cambridge University Press.
Grove, W. B., 1937. Britisch stem and leaf-fungi (Coelomycetes) 2: 406 pp. Cambridge University Press.
Hemmi, T. & Kawase, Y., 1954. On a new anthracnose of Waterlily caused byGloeosporium nymphaeae sp. n Bull. Naniwa Univ., Sér. B, 4: 1–6.
Lindau, G., 1905. In: Rabenhorsts Kryptogamenflora: Die Pilze Deutschlands, Oesterreichs und der Schweiz, Abt. 8, Fungi imperfecti: Hyphomycetes (erste Hälfte). Liefg. 95–98: 177–432.
Mel'nik, V. A., 1977. Opredelitel' gribov rodaAscochyta Lib. Izd. Nauka, Leningrad: 245 pp.
Passerini, G., 1877.Ascochyta nymphaeae Passer. Hedwigia 16: 120.
Author information
Authors and Affiliations
Rights and permissions
About this article
Cite this article
van der AA, H.A. A leaf spot disease of Nymphaea alba in the Netherlands. Netherlands Journal of Plant Pathology 84, 109–115 (1978). https://doi.org/10.1007/BF01981538
Accepted:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF01981538