Skip to main content
SpringerLink
Log in

Internationale monetaire problemen

  • Published:
De Economist Aims and scope Submit manuscript

Summary

The paper is in the nature of an interim-report on progress with respect to reform of the international monetary system since three years ago. Only under the heading of haphazard creation of international reserves has some progress been made (S.D.R.'s). Also, there has been a realignment of currency values. However, the root of the difficulties remains the lack of international co-ordination of domestic policies with a view to external equilibrium. With recent exchange rate adjustments there is a danger that plans for reform and greater flexibility of rates will be shelved.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Log in via an institution

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Institutional subscriptions

Similar content being viewed by others

References

  1. Opgenomen in D. H. Robertson,Utility and All That and Other Essays, Londen 1952.

  2. Dit getal is enigszins arbitrair. Gedacht wordt aan november 1967 (devaluatie Pond etc.), maart 1968 (opheffing goudpool), eind mei 1968 (grote druk op Franse Frank resulterend in deviezencontrole), november 1968 (crisisbesprekingen te Bonn rond Frank en Mark) en mei 1969 (hernieuwde speculatie over een opwaardering van de Mark). Ook tussentijds, echter, moest regelmatig steun worden verleend aan zwakke valuta's. Voor een chronologisch verslag van januari 1967 t/m 21 november 1968 moge worden verwezen naarThe Economist, 23/11/68, p. 80–81.

  3. Observer, 17/3/68.

  4. P. A. Samuelson,Economics, New York 1958; p. 352.

  5. T. de Vries, De hervorming van het internationale geldstelsel,De Economist, november/december 1966, in het bijzonder p. 657 e.v.

  6. Voor een uitvoerige bespreking zij verwezen naar M. Gilbert, The Present Imbalance in International Payments, voor het in april 1969 te Tilburg gehouden Colloquium “The Future of the International Monetary System”. Men zie tevensThe Economist, 9/8/69, “The D-mark, the Lira and the Yen”.

  7. W. Fellner, F. Machlup, R. Triffin and Eleven Others,Maintaining and Restoring Balance in International Payments, Princeton (N.J.), 1966, p. 13 en p. 16.

  8. F. Hirsch,Money International, Londen 1967, p. 415–416.

  9. Joseph Barr geciteerd in L. H. Officer en Th. D. Willett (red.),The International Monetary System, New York 1969, p. 37.

  10. Vergelijk bijvoorbeeld F. Hirsch,op. cit., Money International, Londen 1967, p. 415: “The big financial issues internationally as well as at home rest on political preferences mixed in with technical-cum temperamental judgements”.

  11. P. B. Kenen, Comment,Journal of Political Economy, augustus 1967, p. 539.

  12. Een typisch voorbeeld is J. E. Meade in: The Various Forms of Exchange-Rate Flexibility, opgenomen in de in voetnoot 9 geciteerde bundel van L. H. Officer en Th. D. Willett. In zijn hart is Meade altijd een voorstander geweest van flexibele wisselkoersen. Hij beschouwt als technisch de beste oplossing onder de huidige omstandigheden een “Supranational Exchange Equalisation Authority”, die de macht zou hebben om op eigen initiatief valuta's te kopen en te verkopen in overigens vrije buitenlandse valutamarkten, zulks om korte-termijnfluctuaties in de wisselkoersen op te vangen. Zou deze “heroic solution” niet mogelijk zijn, dan ziet hij toch wel iets in het systeem van de “bredere banden”. Interventie van de nationale monetaire autoriteiten binnen de band beschouwt hij dan weer als “second best”, doch desnoods aanvaardbaar. Ook vermeldt hij het systeem van de “sliding parity” als een” ... partial but very useful supplement to other measures to achieve long run equilibrium”.

  13. Zie R. Triffin, The Balance of Payments Seesaw, in Fellne-, Machlup, Triffin, e.a.,op. cit. Maintaining and Restoring Balance in International Payments, Princeton (N.J.) 1966, p. 97–98.

  14. „Working Party No 3 of the Economic Policy Committee of the OECD”.

  15. Discussiestuk voor het in voetnoot 6 vermelde Colloquium, p. 24–25.

  16. Uit de overvloed van literatuur zou ik in het bijzonder willen verwijzen naar F. Machlup,Plans for Reform of the International Monetary System, Princeton 1964; G. N. Halm,The “Band” Proposal: The Limits of Permissible Exchange Rate Variations, Princeton 1965; Fellner, Machlup, Triffin, etc.,op cit. Maintaining and Restoring Balance in International Payments, Princeton (N.J.) 1966;De Economist, november/december 1966; F. Hirsch,op. cit. Money International, Londen 1967, H. W. J. Bosman,Internationale Monetaire Aspecten, Leiden 1969 en L. H. Officer en Th. D. Willett,op. cit. The International Monetary System, New York 1969, p. 37. Laatstgenoemde bundel bevat een recente bibliografie met 79 titels.

  17. Voor een beschrijving van het systeem der speciale trekkingsrechten zie o.m. Bosman,op. cit. H. W. J. Bosman,Internationale Monetaire Aspecten, Leiden 1969, p. 93 e.v.

  18. Men vergelijke bijvoorbeeld een door W. Fellner gememoreerd „statement” van 27 vooraanstaande economen uit 8 landen behelzende een voorstel om te geraken tot een grotere spreiding van de wisselkoersen tezamen met een verschuifbare pariteit. Zie Fellner, Machlup, Triffin, etc.,op. cit. Maintaining and Restoring Balance in International Payments, Princeton (N.J.) 1966, p. 111.

  19. VergelijkThe Economist, 18/1/69, p. 58–59.

  20. VergelijkThe Economist 7/6/69, p. 72 alsmede deNieuwe Rotterdamse Courant, 10/7/69, p. 3.

  21. Zie deNieuwe Rotterdamse Courant, 1/4/69, p. 17.

  22. Nieuwe Rotterdamse Courant, 1/10/69, p. 11.

  23. Men zie hiervoor bijvoorbeeld M. O. Clement, R. L. Pfister en K. J. Rothwell,Theoretical Issues in International Economics, Boston 1967, waar in hoofdstuk 6 een poging wordt gedaan een systematisch overzicht te geven van voor- en nadelen van vaste en flexibele wisselkoersen.

  24. M. Friedman, The Case for Flexible Exchange Rates, inEssays in Positive Economics, Chicago 1953.

  25. E. Sohmen,Flexible Exchange Rates, Theory and Controversy, Chicago 1961.

  26. Vergelijk bijvoorbeeld H. W. J. Bosman, Het pond sterling en de monetaire integratie in West-Europa,Maandschrift Economie, april 1969, p. 321.

  27. Vergelijk F. Hirsch,op. cit. Money International, Londen 1967, p. 304 en p. 333.

  28. Voor enkele aspecten van de problematiek in integrerende gebieden zij verwezen naar mijn artikel: „Wisselkoersvariaties en economische integratie”,Economisch-Statistische Berichten, 17/9/69, no. 2713.

  29. A. J. Reitsma, Rondom de val van het pond,Economisch-Statistische Berichten, 3/1/68, p. 6.

  30. Zie onder meer G. N. Halm,op. cit. The “Band” Proposal: The Limits of Permissible Exchange Rate Variations, Princeton 1965, p. 20–21.

Download references

Authors
  1. A. J. Reitsma
    View author publications

    You can also search for this author in PubMed Google Scholar

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Reitsma, A.J. Internationale monetaire problemen. De Economist 117, 599–614 (1969). https://doi.org/10.1007/BF02367513

Download citation

  • Published:

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF02367513

Search

Navigation